“…en de kracht Zijner opstanding”
Filippenzen 3:10
De apostel Paulus schrijft over de kracht van de opstanding van Christus. Hoe groot die kracht is, blijkt op de Paasmorgen. Christus’ opstandingskracht gaat boven alle aardse krachten en machten uit. Christus was gebonden in de banden van de dood. Wie kan die kracht stukbreken? Groot en alles overheersend is de macht van de dood. Geen mens kan die teniet maken. Christus wel. Hij triomfeert. Vanwege Zijn eigen goddelijke kracht.
De prediking van de opstandingskracht van Christus is een kostelijk evangelie. God Zelf heeft voor de blijde boodschap gezorgd. Aan onze kant is het hopeloos. Wij liggen midden in de dood, een drievoudige dood. De eeuwige, geestelijke en tijdelijke dood zijn wij onderworpen. Dit door onze diepe val. Gebonden onder de macht van de zonde en de dood. Eén ding is noodzakelijk, namelijk de aanraking met de opstandingskracht van Christus in mijn hart. Dat is de wedergeboorte, de levendmaking.
De altijd durende doodsnacht hebben wij verdiend. God doet geen onrecht. Maar nu is er de verkondiging van de opstandingskracht van Christus. Bid, smeek om het kennen van die kracht; pleit om uws levenswil op Gods genadige toezegging. Christus moest opstaan. Het recht daartoe verwierf Hij door Zijn kruisdood.
Maar Christus’ opstandingskracht is niet slechts tot levendmaking, maar ook tot heerlijkmaking. Dat is het uiteindelijke doel. De nieuwe, herstelde mens. Beelddrager van God, Profeet, Priester en Koning volkomen weer beantwoordend aan het scheppingsdoel. God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. Niet alleen de ziel, maar ook het lichaam. Begrijpt u goed wat het is Christus’ opstandingskracht te kennen. Dat houdt de ondergang, de totale ondergang van mijzelf in de dood van het vlees, de dood van het “Ik”. Wie die opstandingskracht begeert te kennen, begeert iets dat dwars tegen eigen begeren ingaat. Een begeren dat alleen voortvloeit uit de waarachtige bekering tot God. Een begeren dat door de Heilige Geest gewerkt wordt.
Een godsdienstig mens, die door werken wil opklimmen, laat de boodschap van Christus’ opstandingskracht liggen. Hij is er een vijand van. Wie zich heiligt naar eigen kracht, naar eigen idee, laat ook deze boodschap liggen. Wie nog leeft in de verwachting van zichzelf, van het vlees, wie nog hoopt dat het vlees bekeerd wordt, doet desgelijks.
Kent u de zonde als zonde tegen God? Kent u het overgebleven vlees, dat Gode-vijandige vlees, dat zich de wet van God niet onderwerpt, omdat het niet kan? De Heilige Geest werkt in al Gods kinderen de hartelijke begeerte om heilig te zijn, een leesbare brief van Christus te zijn, de verborgen omgang met God te kennen, God niet meer te bedroeven, de Heilige Geest niet meer te smarten, volmaakt te zijn.
Hoe kunnen de worstelingen om de heiligmaking tot moedeloosheid, teleurstelling en droefheid leiden! Doch welk een troostboodschap is dan de boodschap van Christus’ opstandingskracht. Een heerlijke troostboodschap. Het gaat er niet om hoe groot de kracht van de zonde en de dood is in u, maar hoe groot de opstandingskracht van Christus is. Die kracht is alle dood overwinnend. Die kracht zal triomferen. Kunt u niet meer zalig worden, omdat u al meer ziet de innerlijke verdorvenheden, omdat u al meer ontdekt wordt aan de bron van uw wanbedrijven, spreek dan eens na: Ik geloof de kracht Zijner opstanding. Is dat werkelijk uw begeerte, uw stil verlangen, uw gebed. Houd dan aan, grijp moed, want dan zal het eens van binnen gaan zingen: “Wij steken het hoofd omhoog en zullen de eerkroon dragen, door U, door U alleen, om het eeuwige welbehagen”.
Wijlen ds. P. van Zonneveld