´Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het mijne nemen, en zal het u verkondigen’.
Johannes 16:14
De viering van Pinksteren ligt weer achter ons. De ten hemel gevaren Christus heeft Zijn Heilige Geest gezonden naar de aarde die Hij achter Zich liet. Er is werk voor de Geest te doen. Niet omdat het werk van de Zaligmaker niet volkomen zou zijn. Het is immers volbracht, had de Heere Jezus stervend uitgeroepen! Alleen, de verwerving van het heil wacht wel op de toe-eigening ervan in het hart van zondaren. Daartoe is op Pinksteren de Heilige Geest uitgestort op alle vlees. Nu kunnen onmachtige en onwillige kinderen van Adam, kinderen van God worden. Terwijl zij op het diepst vernederd worden, zoals een oude uitdrukking zegt, wordt in hun leven Christus op het hoogst verheerlijkt.
Dat dat de diepe zin van Pinsteren inhoudt, heeft de Heiland al voor Zijn lijden en sterven aangekondigd. Op de avond voor Goede Vrijdag spreekt Hij met de Zijnen over zijn aanstaande vertrek en de op handen zijnde komst van de Heilige Geest. Wat komt Hij doen? Christus verheerlijken. Hem in het middelpunt van de belangstelling plaatsen. Daarbij treedt de Geest Zelf graag op de achtergrond. Hij is er niet op uit om aandacht voor Zichzelf te vragen. Dat moeten we goed in het oog houden als we vanuit Pinksteren luisteren naar de verkondiging van Gods Woord.
Daarin heeft het werk van de heilige Geest zijn legitieme plaats. Maar het grote doel van de verkondiging is de verheerlijking van Christus. In plaats van gesmaad te worden moet hij geëerd en als Zaligmaker benut worden, opdat door het geloof in Hem ook de Vader Zelf verheerlijkt wordt. Dat is de diepste begeerte van de Heilige Geest. Dat is Zijn liefste werk. Hoe gaat de Heilige Geest dat doen? Door het proces tegen Jezus de Nazarener te heropenen. De Geest gaat in die rechtszaak in hoger beroep. En Hij zal de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel (Johannes 16: 8). Wanneer dat gebeurt, worden de rollen omgedraaid. De Heere Jezus, voorheen gesmaad, bespot, veroordeeld en gedood, zal in Zijn heerlijkheid en luister aan de wereld worden vertoond. En de mensen zullen vervolgens door de mand vallen met hun ongeloof en ongerechtigheid. Zo zien we het ook op de Pinksterdag gebeuren. Op het feest van de Geest draait het om Christus. Hij is de inhoud van de prediking die Petrus aan de
duizenden in Jeruzalem mag brengen. Opvallend is dat de Heilige Geest, naarmate de preek vordert, steeds meer naar de achtergrond verdwijnt. Terwijl Hij deze dag nog wel is uitgestort!
Jawel, maar niet om op te vallen. Hij gaat Christus verheerlijken. En daartoe zet Hij Petrus en de anderen aan om
de Naam van de Heere jezus uit te roepen onder de mensen. De Persoon en het werk van Christus vormt het grote thema van een prediking die door de Geest wordt aangestuurd. En die prediking eindigt met een priemende wijsvinger in de richting van de hoorders: “…deze Jezus, dien gij gekruist hebt.”
Christus verheerlijken blijkt inderdaad met zich mee te brengen dat mensen vernederd worden, ontmaskerd als haters van God en Zijn Gezalfde. De verslagenheid die déze ‘geestelijke’ boodschap bij de hoorders teweeg brengt, lijkt oppervlakkig gezien een dissonant in de feeststemming van Pinksteren te zijn. Niets is echter minder waar. Juist zo geeft de Heilige Geest Zichzelf de gelegenheid om Zijn eigenlijke werk uit te voeren.
Door de verslagenheid die Hij in het hart van mensen oproept, maakt Hij ruimte in hun leven voor de Heere jezus. Ruimte die Hij opvult met de schatten en de gaven die Christus heeft verworven tot heil van zondaren. Vergeving van zonden, herstel van het beeld van God, vernieuwing van het leven, het kindschap van de gelovigen, de Geest haalt het uit de schatkamer van de Borg en deelt het uit aan zondaren. Zo is de Geest de grote Intermediair tussen hemel en aarde: “want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen.” Hij stelt door middel van de verkondiging Christus en de zondaar aan elkaar voor. En Hij brengt ze bij elkaar. De Volmaakte en de verlorene.
De Verheerlijkte en de rampzalige. De Liefdevolle en de hatelijke. Hij en ik, door mijn schuld vreemden voor elkaar,
worden door de Geest verenigd zodra ik mij met mijn verslagenheid en besef van schuld aan Hem vastklamp. Zo
word ik zalig en Hij verheerlijkt. Wat een wonder: Zijn eer en mijn heil zijn geen onverdraagzame concurrenten. Die beiden gaan samen waar de Geest aan Christus verbindt. Wat een bemoediging als we uitzien naar dat heil, maar ons afvragen of dat voor zo één nog wel mogelijk is. Wie bidt om het werk van de Geest, vraagt niet om iets waar de HEERE minder van zou worden. Integendeel, waar deze Geest werkt, wordt het waar: `Die zal Mij verheerlijken.` en wat de Geest beoogt, leert Hij de gelovigen: Wat een wonder: eerrovers worden door genade Godlovers. Typeert dat al uw en jouw leven?
Ds. A. van der Zwan