´en zie, daar vloten wateren uit…´
Ezechiël 47:1
Het is een wonderlijk gezicht dat de Heere de profeet Ezechiël laat zien. Hij is door de Heere geleid naar de deur van de nieuwe tempel, die hem getoond is. En dan ziet hij iets bijzonders gebeuren: wateren stromen uit het heiligdom! En die wateren ontspringen van onder de drempel, de stroom komt vanuit het binnenste van het tempelgebouw. Dáár is dus de bron. Niet naast de tempel, ook niet dichtbij de tempel, maar in de tempel zélf.
Let er even op dat dit aan het eind van dit gezicht nog weer bevestigd wordt. Daar is de stroom van dit water al verder. En Ezechiël ziet dat aan de oever van deze stroom allerlei spijsgeboomte groeit aan beide zijden. Het blad van dat geboomte valt niet af, de vrucht vergaat niet. Elke maand brengt het nieuwe vruchten voort. En met nadruk wordt de reden van deze zeldzame levenskracht vermeld: “want zijn wateren vlieten uit het heiligdom”. Het is alsof God Zelf de betekenis van de bijzondere bron der levensstroom onderstreept. Deze bron is allesbeheersend voor deze stroom. Het gaat niet allereerst om de diepte en kracht van de stroom, maar om de bron.
In deze tempel heeft de Heere Zelf Zijn intrek genomen. Zijn heerlijkheid woont daar van binnen en heeft het gehele gebouw vervuld. God doet daar Zijn deugden uitstralen, omdat Hij in Christus een verzoend God is voor Zijn volk. Alleen in Christus. Anders moeten Gods deugden getuigen tegen verloren zondaren. Maar door schuldverzoening gaat de heerlijkheid Gods weer de tempel vervullen. En nu vanuit dat heiligdom vloeien de wateren.
De stroom van het leven door de Heilige Geest komt uit de bron van de heerlijkheid Gods in Christus. Was dat niet zo, nooit kon die stroom leven brengen in deze wereld en in het hart van de zondaar. De dood zou dan de dood blijven. Maar nu voert Hij het leven uit God in Christus in de dood en gaat het leven overal, waar deze stroom maar komt.
Op de Pinksterdag is die levensstroom gaan vloeien. Door middel van het gepredikte Woord, door het werk van de Heilige Geest. Die stroom komt uit God door het verzoenend werk van Christus. Zo verheerlijkt de Heilige Geest God in Christus. Alle heil en leven is uit God. Pinksteren verheerlijkt het werk Gods in de enige Zaligmaker van een verloren zondaarsvolk. We hebben het Pinksterfeest. Waar spreekt het u van? Van machtige tekenen en opzienbarende dingen? We mogen er niet aan voorbijgaan, maar erg is het als we het grote wonder van Pinksteren voorbijgaan: “Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd zijnde en de belofte des Heiligen Geestes ontvangen
hebbende van den Vader heeft dit uitgestort wat gij nu ziet en hoort. “ Pinksteren is werkelijkheid geworden vanuit het verzoenende werk van Christus. Uit die bron wordt de Heilige Geest levenwerkend uitgestort.
Wij hebben allen, persoonlijk, het wonder van dat leven nodig vanuit die bron, door de Heilige Geest. Dan pas is de zegen van Pinksteren werkelijkheid in ons leven. Denk maar niet dat we dat niet nodig hebben als we het zo goed weten wat Pinksteren betekent maar nog niet persoonlijk dit leven kennen. Doch juist omdat de bron ligt in God in Christus kan het voor een dode zondaar. Maak er ernst mee voor uzelf. Het is een onuitputtelijke bron. Nooit behoeft iemand te denken, dat die bron leeg wordt voordat God Zijn werk voleindigd heeft en de laatste uitverkorene heeft toegebracht.
En zalig die naar de bron geleid wordt. Die gaat pas verstaan het geheim van Pinksteren. De Heere schenkt alle leven vanuit deze bron door de Heilige Geest. Maar Hij werkt ook in het leven van al de zijnen naar die bron toe. Het leven uit God in Christus doet wat van binnen en naar buiten. Dat kan niet anders. De dood wordt verbroken en vruchten uit God komen openbaar. Maar toch de grond van dit alles ligt niet in henzelf.
Alleen in God in Christus. En daarom leidt God door Zijn Heilige Geest naar de bron. Om God te verheerlijken in dat grote werk, dat Hij naar Zijn welbehagen in Christus gedaan heeft tot verlossing van arme zondaren. Dan is die bron zó vol en zó diep, dat de eeuwige zaligheid vervuld zal zijn met het vertellen van de wonderen Gods!
Wijlen ds. D. Slagboom