Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd en heeft Hem een Naam gegeven welke boven alle naam is.
(Fil. 2:9)
Paulus heeft geschreven over de vernedering van de Heere Jezus. Hij is mens geworden, is in de positie van een slaaf gekomen, is in alle dingen gehoorzaam geworden, heeft Zich tot in de dood willen vernederen, heeft zelfs de schande van het kruis aanvaard. Inderdaad, zeer diep is de vernedering van de
Zoon van God geweest.
Maar daar is het niet bij gebleven. Dat kon ook niet, want het was aan Christus beloofd, dat het werk dat Hij in die staat van vernedering zou verrichten, beloond zou worden. De Knecht des Heeren – zo wordt Hij immers ook genoemd – zou loon ontvangen. Daarover waren afspraken gemaakt en aan die afspraken houdt God Zich.
Daarom begint de tekst ook met ‘Daarom’. De vernedering die ondergaan is, brengt de verhoging met zich mee. De vernedering zou ook maar tijdelijk zijn en zou niet langer duren dan strikt noodzakelijk was. Als de schuld betaald zou zijn en op die wijze aan Gods recht voldaan zou zijn, behoefde Christus niet langer te lijden.
En toen eenmaal gebleken was dat Hij gehoorzaam was geworden tot de dood des kruises – die verschrikkelijke vervloekte dood – toen was het genoeg. Daarmee was alles voldaan. De schuld van Zijn kerk, die Hij kwam betalen, was daarmee betaald. Het recht van Zijn Vader, dat door de zonde geschonden was, was daarmee hersteld. De duivel, die zijn claim legt op alle mensen, ook op Gods kinderen, was daarmee verslagen, zodat hij zijn greep op hen die in Christus geborgen zijn voor altijd verloren heeft. Al het werk was volbracht. In de zekerheid dat dit zo was, heeft Christus nog voor Zijn sterven geroepen: Het is volbracht!
Welnu, vanwege al deze dingen die Christus in Zijn vernedering tot stand heeft gebracht, volgt daarna de verhoging en krijgt de Knecht Zijn loon. Daarom!
Paulus gebruikt een heel sterk woord om die verhoging uit te drukken. Onze vertaling probeert dat weer te geven door het woord ‘uitermate’. Het is inderdaad een geweldige verhoging. Uit de diepten van dood en hel en godverlatenheid is Hij omhoog gevoerd. Eerst in de opstanding uit de dood, daarna in de hemelvaart met in het gevolg daarvan de zitting aan Gods rechterhand in de troon. Van de diepste diepte in Hij gekomen tot de hoogste hoogte. Hoger kan niet. Als God tegen Hem zegt: ‘Zit aan Mijn rechterhand!’ is dat de climax. Wat dat inhoudt, kunnen we niet eens bevroeden, zo onvoorstelbaar heerlijk is het.
Die geweldige verhoging blijkt ook uit het feit dat Christus een Naam – eigenlijk staat er: dé Naam – ontvangen heeft, die elke andere naam ver te boven gaat. Welke naam dat is? Uit het vervolg blijkt dat Paulus hier de Naam ‘Kurios’ bedoelt. Dat is: Heere; de naam waarin openbaar komt dat Jezus, geboren uit Maria, tevens de Zoon van God is. Dat Hij die Naam mag dragen, betekent dat Zijn Godheid niet langer verborgen hoeft te blijven achter het kleed van Zijn mensheid. Er is niet langer een tegenstelling tussen wie Hij is – de Zoon van God – en hoe Hij gezien wordt – een wortel uit een dorre aarde. Die nieuwe Naam is dan ook op het allernauwste verbonden aan de Naam waarmee God Zelf genoemd wordt: Jahwe, Jehovah.
Voor de christenen uit die dagen lag er nog een aparte boodschap in deze Naam. Paulus schrijft deze brief uit de gevangenis in Rome. Er is vervolging uitgebroken. De Filippenzen moeten er maar op rekenen dat ook zij door die vervolging getroffen kunnen worden. De keizer in Rome zal het de kerk des Heeren niet gemakkelijk maken. En het is deze keizer, die ook ‘Heere’ genoemd wordt en als zodanig vereerd wordt. Wie is nu de echte ‘Heere’? Wel, dat is Jezus. Dat wil zeggen, dat niet de keizer regeert, al denkt hij dat alle macht in zijn handen ligt. Niet hij heeft het laatste woord. Dat is aan Christus. Hij regeert over alle dingen. Zou die wetenschap de onrustige harten van de christenen niet tot rust kunnen brengen? Als ze hun hoofden naar omhoog heffen en zoeken de dingen die boven zijn.
Vandaag is Jezus nog Heere. Die heerlijke Naam draagt Hij nog altijd. In de wereld is niet veel veranderd. Er is zeker niets verbeterd. Nog altijd regeert de boze, althans zo lijkt het. Er gebeurt zoveel dat niet naar Gods wil is. Overal zit het kwaad, tot in de kerk toe. Het zit vooral ook in het hart van de mens. En wat staat er nog te gebeuren? Hoeveel verwoestingen zullen er nog worden aangericht? Komen er straks misschien weer vervolgingen?
Maar wat er ook gebeurt en wat ons ook vreesachtig zou kunnen maken, het staat vast, dat Jezus Heere is. Hij zit in de troon. Alle macht behoort Hem toe. Als we nu maar Zijn gezag in ons leven leerden erkennen en Hem leerden dienen als Zijn gewillige dienaren.
Ga eens na in uw leven wat het u persoonlijk zegt, dat Christus de Heere is. Zegt u dat weinig of niets? Of ligt daar voor u troost in en put u daar moed uit?
Ds. P. den Butter