SOLA SCRIPTURA

“Maar het Woord des Heeren blijft In der eeuwigheid.” 1 Petrus 1:25a

De apostel Petrus haalt in zijn brief woorden aan van de profeet Jesaja. Jesaja heeft gezien de sterfelijkheid van alle vlees. “Alle vlees is gras en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds. Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast.
Voorwaar, het volk is gras. Het gras verdort, de bloem valt af.” Daartegenover heeft Jesaja ook gezien het blijven van het Woord van de Heere.
Dat Woord blijft, ja het blijft in der eeuwigheid. Het wankelt niet, het wijkt niet, zelfs geen duimbreed, het blijft recht overeind. We herdenken de reformatie. Wat een weldaad, wat een zegen de drie sola’s.
Hoe was het goud verdonkerd. Niet meer sola gratia. De mens moet het werk van Christus completeren. Niet meer sola fide. Men was aangewezen op de zeven sacramenten van de roomse kerk. De sacramenten waren zaligmakend. Niet meer sola scriptura. Het was geworden sola ecclesia. Als men maar rooms was dan kwam het goed.
Wat dat laatste sola van de reformatie betreft – u weet, dat wie betrapt werd op het hebben van een Bijbel, die ging naar de brandstapel en met de zulke de Bijbel. De inquisitie was genadeloos. Houd er rekening mee dat de besluiten van het concilie van Trente nog recht overeind staan.
Het “anathema sit….”, het “vervloekt´zij…”is nog nooit herroepen.
Eén concessie heeft Rome gedaan. Het hebben van de Bijbel is niet meer strafbaar.
Het is nuttig, maar niet noodzakelijk. Dus niet sola scriptura. Vandaag lukt het satan niet meer om alle Bijbels in het vuur te krijgen. Daarom is hij listig veranderd van tactiek. Zou het wel waar zijn wat in de Bijbel staat?
Ik denk aan de eerste bladzijde van de Bijbel. Och, zegt men, dat van het paradijs is inkleding.
Zo heeft men de Bijbel een beetje aantrekkelijk willen maken. Echter wie komt aan Adam, komt aan de tweede Adam. De plaats waar de Schrift Adam zet en de plaats waar Christus staat zijn met elkaar verbonden. Wie Adam verheft, ziet over Christus heen. Wie de val van Adam ontkent, houdt Jezus Christus slechts over als mens, als voorbeeld, meer niet. Het is opmerkelijk dat boeken die dergelijks verkondigen, geen lange levensduur hebben.
Ze komen uiteindelijk bij het oud papier terecht. Echter – het Woord van God blijft, zelfs tot in eeuwigheid. Daar zorgt de God van het Woord Zelf voor. Opdat elk geslacht dat Woord zou hebben.
Het is het wonder van Gods liefde dat het Woord op de kansel ligt. Het is evenzeer van Gods liefde dat u zelf het Woord moogt hebben. Dat Woord dat u wijs kan maken tot zaligheid.
Begeert u om zalig te worden? Ik vermoed dat u daar volmondig ja op zegt. Dan komt nu de vraag u leest zeker veel
in het Woord? Misschien is uw antwoord: och wat zal ik zeggen, ik heb er vaak geen tijd voor. Nu dan is dat eerste een leugen.
Want het Woord is het middel om zalig te worden. Wie dat middel laat liggen, moet niet verwachten zalig te worden.
Lieve lezer, zit u veel met een geopend Woord en gevouwen handen daarboven? Er staat toch in dat Woord dat het door Woord en Geest zal geschieden? Zegt u nu met uw hart: “Uw Woord kan mij ofschoon ik alles mis, door zijne smaak en hart en zinnen strelen?” O, dat woord is zo eerlijk. Het zegt mij precies in welke diepte ik door eigen schuld ben terecht gekomen. Doch dat Woord zegt mij ook in welke diepte Gods Zoon is afgedaald en dat om verloren zondaren uit de kuil van modderig slijk te verlossen. Weet u – u kent wel dat weegschaaltje van vroeger bij de apotheker – wel als dat ene schaaltje naar beneden ging dan kwam het andere omhoog.
Hoe lager het ene hoe hoger het andere. Zo is het geestelijk ook: hoe dieper ik hoe hoger Christus.
Het Woord noemt al mijn namen: zondaar, al Gods geboden zwaar en menigmaal overtreden, verdorven, vijand,
schuldenaar. Hoe meer ik daar amen op leer zeggen, des te schoner wordt Christus, en des te gepaster en des te
noodzakelijker en des te dierbaarder. “En hun ogen opheffende zagen zij niemand anders dan Jezus alleen.” Het
vleesgeworden Woord, de Middelaar, de Zaligmaker, de Borg. Hoe vol is het Woord van Hem, van Genesis tot Openbaring toe. Het is hier als bij een jongen die verliefd wordt op een meisje. O, wat verlangt hij naar de ontmoeting. Hij wil alles van haar weten, en als hij een foto van haar heeft, o neen – die stopt hij niet achteloos weg, die laat hij niet slingeren. Ik zie hem zitten op zijn kamer met die foto in de hand, fluisteren: “o liefste, o mijn liefste!”
’t Is niet anders als de liefde van God in ons hart wordt uitgestort. O ik begrijp best als we het Woord dichtlaten. Ik wil niet mijn beeld zien zoals het getekend wordt in de Schrift.
Bovendien – satan wil helemaal niet dat ik het Woord ter hand neem. Hij zou een onderdaan kunnen kwijtraken. Doch om uws levens wil – neem het Woord, en lees, lees biddend.
Want het is en blijft sola scriptura en dat Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken.
Wijlen ds. P. van Zonneveld

Geplaatst in Meditaties.