…want de mens gaat naar zijn eeuwig huis,..
Prediker 12:5
Onderweg! Waarheen?
Iemand kreeg van zijn arts een slechtnieuwsbericht. Zijn ziekbed zou zijn sterfbed worden. Tegen een vriend die hem in die dagen bezocht, zei hij: “nu gaat het erop aan komen.” Het zou sterven worden en sterven betekent God ontmoeten. Toch was ik het niet met hem eens. Vanaf onze geboorte zijn wij mensen immers onderweg naar de eeuwigheid. En de meesten van ons krijgen geen sterfbed waarop zij zich op die eeuwigheid kunnen voorbereiden. Niet voor niets zegt Prediker: Gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen. In dat kader staat het woord waarnaar we willen luisteren in deze eerste dagen van het nieuwe jaar. Het
jaar dat u en ik samen begonnen zijn, terwijl niemand van ons weet of hij of zij het einde zal beleven: De mens gaat naar zijn eeuwig huis. Het directe verband waarin deze woorden door de Prediker zijn neergeschreven, lijkt te wijzen op een boodschap voor oude mensen. Dat ligt ook voor de hand. Oude mensen moeten immers sterven. Maar wie verder leest, ontdekt dat de Prediker in de eerste plaats jongeren op het oog heeft. Jonge mensen kunnen immers ook sterven. Het zilveren koord kan zomaar breken; de kruik kan per ongeluk in stukken vallen. Van alle mensen, jong en oud, rijk en arm, geldt: wij zijn onderweg naar ons eeuwig huis. U hebt toch wel gezien dat de woorden van de tekst in de tegenwoordige tijd staan. Dit is werkelijkheid op dit moment, nu u dit leest in alle rust misschien. En niemand kan denken: dit is niet van toepassing op mij. Hier wordt gesproken van de mens, heel algemeen. Daar zijn geen uitzonderingen op. Het geldt van ons, kinderen van Adam. Omdat wij kinderen van Adam zijn: stervelingen,
wier dagen zijn als het gras dat heden bloeit en morgen in de oven geworpen wordt. Bij alle verschil geldt deze zin van alle mensen zonder uitzondering: De mens gaat naar zijn eeuwig huis. Wij zijn onderweg naar de eeuwigheid. U en jij bent het met mij eens dat het de moeite waard is daarbij stil te staan aan het begin van dit nieuwe jaar. Elke dag en elk uur brengt mij nader bij de grens van leven en dood. Waar is de reis naar toe?
Kan ik dat weten?
Let nog eens even op de woorden van de Prediker: de mens gaat naar zijn eeuwig huis. Aan het einde van ons leven komen wij daar waar wij nu al graag willen zijn, waar we ons thuis voelen. Wanneer we ons thuis voelen in de wereld, dan zijn we in de eeuwigheid waar de wereld is. Dan ben je niet bij God, want wie een vriend van de wereld is, is een vijand van God. U voelt wel aan dat het een heel verschil is of je een vriend van de wereld bent of dat je mag belijden: Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen die Uw Naam ootmoedig vrezen. Dan heeft je leven een heel andere richting. Lees Psalm 1 er maar eens op na en u zet de twee wegen zo helder als glas getekend. Zijn Psalm 84 eens mee: ‘k Waar liever in mijns Bondsgods woning een dorpelwachter, dan gewend aan de ijdele vreugd’ in ’s bozen tent. Nee, van nature zijn we het daar niet mee eens, al zijn we keurige, degelijke kerkmensen. Sinds Adam verkeerd koos, kiezen wij allemaal verkeerd. Dan kiezen we, net als de mensen in de dagen van Noach, voor een leven buiten de Ark. Is dat bij u al anders geworden?
Waar is de reis naar toe?
Weet u wat beslissend is? Jezus zegt: in het huis Mijns Vaders zijn vele woningen. Ik ga heen om u plaats te bereiden.
Doet Hij dat ook voor u? Het is de moeite waard om op die vraag biddend het antwoord te zoeken aan het begin van 2021.
ds. J. Westerink