Geloven

“Die dan zijn woord gaarne aannamen….”
Handelingen 2:41a

Aannemen is geloven en geloven is aannemen. Petrus en de andere apostelen hadden gesproken. Petrus voorop! Hij stond nu tegenover een grote menigte van mensen. Hij stond niet in het vlees, maar vervuld met de Heilige Geest. Toen hij in het vlees verkeerde, vluchtte hij voor een vrouw en verloochende de Heere. Nu hij in de Geest verkeerde, vreesde hij tienduizenden niet. Hij hanteerde het zwaard des Geestes. Dat is het Woord van God. Joël 2 en Psalm 16 vormde de tekst. Deze preek werd gezegend. Niet omdat deze van Petrus was, maar omdat de Heilige Geest erin meekwam. Dat is altijd noodzakelijk. De harten van de hoorders werden door de Heilige Geest ontvankelijk gemaakt voor het Woord. Zij waren als een dorstig land. Het woord ging erin als een stroom van levend water.
Ze namen het gaarne aan. Niet alleen dat wat Petrus gezegd had aangaande de noodzakelijkheid van het geloof in de Heere Jezus Christus, maar ook dat wat eraan vooraf was gegaan. Namelijk het ontdekkende element in de prediking. Dat mag nooit ontbreken. Want daar waar geen schuld is, daar is ook geen behoefte aan vergeving. Maar waar wel schuld is en deze ook gevoeld wordt, daar ontstaat een verslagen zondaar. Dat is niet alleen maar een geslagen zondaar, maar ook een verslagen zondaar. Dat is iemand die zichzelf niet meer kan redden, iemand die de strijd moet opgeven. De strijd tegen God. Is dat bij u ook al het geval? Dan is het een verlies wat een zalige winst tot gevolg heeft. Een winst voor de eeuwigheid. Een winst voor het koninkrijk van God.
Toen zij verslagen waren en zichzelf niet meer konden helpen was de redding nabij. Ik wil het nog sterker zeggen: toen was de Redder nabij. Dat is de Zaligmaker, de Heere Jezus Christus. Een rijke Christus voor een arme zondaar. Waar geen arme zondaar is, daar is voor een rijke Christus ook geen plaats. Die gezond zijn hebben de Medicijnmeester niet nodig, maar die ziek zijn. Door middel van de prediking werd door de Heilige Geest het oog van de hoorders op Hem gericht. Zij kregen Hem te zien. Nu niet met hatelijke ogen, zoals dat voorheen gebeurde, maar met liefdevolle ogen. Want de liefde was in beginsel in hun harten uitgestort. Die liefde zet het geloof in werking. Het geloof werkt door de liefde. De liefde gelooft alle dingen. Alle dingen die door God in Zijn Woord
geopenbaard worden. Dat is de schuld, dat is ook het recht dat de zondaar veroordeelt. Dat is ook de genade, die de vrijspraak van de zondaar tot inhoud heeft.
Genade, wat is dat een rijk woord. Voor die genade die God geeft, heeft de Zoon van God Zijn bloed gegeven. Hij is te
Zijner tijd voor de goddelozen gestorven, opdat goddelozen met God verzoend zouden kunnen worden. Hij stierf voor mij, daar ik anders de eeuwige dood had moeten sterven. De eeuwige dood sterven, dat is voor eeuwig verloren gaan. Dat geloof kreeg die verslagen menigte. Daarom namen zij het woord gaarne aan. Dat Woord was het getuigenis van God. Dat zonk door de werking van de Heilige Geest van God in hun hart. Het maakt hen van verloren, behouden mensen. Onbegrijpelijk, maar waar. Gods woorden zijn altijd waar. Doch als ze door Gods Geest worden toegepast, worden zij waarheid in het binnenste. En daar vraagt God naar. Men neemt dan Zijn Woord niet voor kennisgeving aan. Men doet het gaarne, gewillig, met een volkomen hart. En dat tot eeuwige zaligheid.
“Die dan zijn woord gaarne aannamen….” Hoe is het met u?
Wijlen ds. H.C. van der Ent.

Geplaatst in Meditaties.